Klik hier om dit deel te lezen als je hem gemist had!
Mijn eigen getapte biertje – kennelijk toch een gewoonte als ik aan het tappen ben – zet ik naast mijn computer. Toch nog maar even doorwerken. De bestuursvergadering zit me nog dwars.
De Kroeg - Deel 2
De emoties liepen weer hoog op tijdens de vergadering. Ik vind dat vaak lastig om mee om te gaan. Ik snap dat het er bij hoort, want niet alles
kan altijd vredig en zonder conflict gaan. Dan kom je ook nergens. Justine en
Joost kwamen terecht in een principiële discussie over bierprijzen, kosten en
opbrengst. Ik probeerde mij er in te mengen en aan te geven dat beide ideeën zo
zijn voor en nadelen hebben – een van de taken als voorzitter – en dat we hier
later nog maar eens op terug moesten komen.
Ik ben nu een paar maanden actief als voorzitter,
en het bevalt op zich prima. Hiervoor was ik al een tijdje secretaris, en dan
leer je het reilen en zeilen van de bar al aardig. Persoonlijk was ik het
principieel eens met Justine, onze penningmeester, dat de prijzen natuurlijk omhoog moeten
als onze marge te laag is. Joost, mijn opvolger als secretaris, is juist bang dat we veel gasten, en dus omzet,
verliezen als we onze Amsterdammertjes nu duurder maken. Ik besloot dat het
beter was de discussie even vooruit te schuiven. Er misschien even een nachtje
of twee over slapen en met wat leden in de bar er over praten leek me beter dan
overhaast een besluit te nemen.
De Kroeg is namelijk geen normaal bedrijf, het
wordt helemaal gedraaid door studenten. Dus iedereen doet het vrijwillig en met
nagenoeg geen eerdere ervaringen. Dat maakt het uitdagend en leerzaam maar af
en toe natuurlijk ook lastig. Ik ben drie jaar geleden lid geworden en was
gelijk verkocht.
“David!”
Wat nu weer, denk ik. Marcel is er toch niet weer
vandoor?
Het is tapper Levi: “Kun jij een portier bellen, het
begint aardig druk te worden en er zijn geen portiers aanwezig! De sfeer begint
ook een beetje om te slaan.”
Poeh, het is al na twaalven dus ik vraag me af of
dat zin heeft. Maar ik stem toe en pak de ledenlijst er bij. De eerste neemt
niet op. Dat gaat lekker. De tweede verzoekt of ik niet meer na twaalven wil
bellen. Ik denk op mijn beurt dat hij dan beter afscheid kan nemen als hij toch
geen tijd meer heeft voor het nachtleven dat bij een kroeg hoort. De derde zegt
dat hij er aan komt. Op Tommie kan je altijd rekenen. Dom dat ik hem niet gelijk
als eerste probeerde. Ik verkondig opgelucht het goede nieuws aan Levi en ga
verder met het lezen van mijn bestuursmail.
Later op de avond ga ik aan de bar een biertje
drinken en houd alles een beetje in de gaten. Dat automatisme kun je na een
tijdje echt niet meer uitzetten. Steeds als er iemand binnen komt kijk je toch
even om en als er veel leeg glaswerk staat haal je het op. Dat noemen ze
beroepsdeformatie of blikvernauwing. Nou, mijn blik lijkt zich juist te
verbreden. Maar dat zal wel alleen heel lokaal een goede interpretatie zijn van
het begrip. En daar valt weer een glas, hoor ik. Gelukkig zie ik Tommie gelijk er
op af lopen met een stoffer en blik en de volleyballer – kennelijk zijn ze net kampioen
geworden - die het glas liet vallen veegt enigszins beschamend de scherven bijeen.
Levi en Marcel kunnen de drukte weer goed aan en
proosten nog maar eens op een mooie avond terwijl ze iedereen in de gaten
houden. Tommie, die was ingevallen als portier, kijkt een beetje geërgerd om
zich heen. Bij binnenkomst vertelde hij dat hij eigenlijk om half negen alweer college
heeft, dus als het even kan wil hij zo snel mogelijk weer naar huis. De volleyballers hebben ook eigenlijk wel genoeg gehad, dus wordt er aan de DJ gevraagd de standaardafsluiter, Piano Man, zo op te zetten.
Na het schoonmaken blijf ik even gezellig nadrinken. Dat is toch wel een van de
gezelligste momenten van de avond. Moe maar voldaan van een mooie avond nog
even bijkletsen. De omzet van de avond wordt dan ook bekend gemaakt en er kan
nog een alcoholische versnapering (of twee) worden genuttigd. We zijn maar met
zijn vieren over. Tommie is net weg. Levi en Marcel bespreken de uren en ik
besluit Sjoerd, de DJ van vanavond, te vragen hoe het met hem gaat. Hij kijkt
een beetje treurig uit zijn ogen, dus ik maakte me zorgen. Hij trekt een ernstig
gezicht en vraagt of ik even mee wil lopen naar buiten, zodat we ongestoord
kunnen praten. Levi en Marcel hebben niks in de gaten, die zijn nog druk aan
het kibbelen over een of ander onbelangrijk misverstand tijdens de avond.
“David, ik denk dat ik er mee moet stoppen. Ik
trek de late uren niet meer goed, en heb ook steeds minder zin om te komen
draaien”.
“Ah, ik snap het ja. Jammer dat je het niet leuk
meer vindt, is er misschien een andere divisie
waar je meer plezier kan hebben? Tappen bijvoorbeeld?”
“Dan wordt het niet minder laat natuurlijk.”
“Dat is waar, maar je bent wel op een hele andere
manier bezig, en doordat je veel interactie hebt met gasten en je medepersoneel
vliegen de avonden om hoor!”
Ik neem nog een slok van mijn Kasteeltje en geef Sjoerd even de tijd om na te denken.
“Ik zal het overwegen, het is geen gek idee. Ik
help al af en toe mee bij drukte, en dat gaat op zich wel redelijk. Ik kom er
nog op terug, bedankt voor je tijd man!”
“Geen probleem!”
Langzaam lopen we weer naar binnen. We besluiten
dat het goed is geweest voor vandaag en sluiten met zijn vieren de bar af.
Netjes alle deuren op slot, de lichten uit, het bier afsluiten en het alarm er
op zetten. Buiten kletsen we nog even bij onze fietsen. Gelukkig is het nog
donker buiten. Dat betekent dat we het nog relatief acceptabel hebben gehouden
en morgen nog wat aan onze dag kunnen hebben.
Thuis val ik als een blok in
slaap. Horeca is een zwaar vak, ook al doe je het maar parttime.
To be continued!
To be continued!